Rhodinya kent bijzondere en magische inwoners.

Garundabah
Degene die alles heeft gecreëerd.

Rishaaya (meervoud: Rishaaya’s)
De oorsprong van het woord Rishaaya ligt in de (Sanskriet) woorden rishi, wat wijze betekent, en raksha, wat bescherming betekent. Rishaaya’s zijn de beschermers van de wereld Rhodinya. Diyelias is de beschermer van de dag en Mahiluna is de beschermster van de nacht. Eeuwenlang hielden zij de balans tussen dag en nacht in stand en beschermden zij alles en iedereen op Rhodinya. Rishaaya’s zijn verheven wezens die ongeveer anderhalf keer zo groot zijn als maahnvars en mensen.

Drunola (meervoud: Drunolaï)
Zuivere kleine magische wezens die verbonden zijn met alles. Elke Drunola bezit een unieke gave. Ze ontwikkelen runentekens op hun handpalmen, die deels bepalen over welke krachten zij beschikken. Op hun hoofd groeien bloemetjes die gegeten kunnen worden om specifieke krachten of vaardigheden te verkrijgen. Drunolaï zijn zeer klein, ongeveer zo groot als een baby, met een bol, onschuldig gezichtje, een snuit als een konijn en oortjes zoals die van een dwerggeit. Hun romp is bedekt met pluizige vacht. Ze zijn vriendelijk en lopen op blote voeten. Ze hebben kleine worteltjes onder hun voeten en staan hierdoor altijd in contact met de grond en met alle wezens die daarmee direct contact maken.
Het is zeldzaam om een Drunola tegen te komen. Alleen iemand in hoge nood wordt door een Drunola vergezeld om hem of haar weer op weg te helpen.

Maahnvar (meervoud: maahnvars)
Het woord maahnvar komt van de (Sanskriet) woorden manav (mens) en jaahnvar (dier). Maahnvars zijn een volk van mensen die gedeeltelijk of soms volledig kunnen transformeren in een dier. Deze gave is echter slechts voor een klein deel van de maahnvars weggelegd. Een transformatie heeft een keerzijde: het kan leiden tot het verlies van het menselijk verstand. Afhankelijk van de controle over lichaam en geest, kan de transformatie variëren van halfmens/halfdier tot volledig dier. In de hoogste transformatievorm, de diermens, heeft een maahnvar het volledige lichaam van een dier, maar behoudt hij het verstand van een mens.

Ayaan (meervoud: ayaans)
Het woord ayaan is afgeleid van het (Sanskriet) woord ayana, wat beweging of voortgang betekent. Ayaans zijn een volk van kleinere mensen, ongeveer tweederde van de lengte van een gemiddelde maahnvar of mens. Ze hebben langere, maar niet puntige oren. Ayaans zijn slank, artistiek en uiterst behendig. Ze houden van sierlijkheid en verfijnde stijl. Lichamelijk zijn ze acrobatisch en lenig; geestelijk zijn ze creatief en inventief. Ayaans zijn begaafde uitvinders en uitmuntend in fijn handwerk. Dankzij hen is er beweging en vooruitgang die groei en ontwikkeling mogelijk maken.

Dryade (meervoud: Dryaden)
Dryaden zijn de beschermers van de bossen en waken over alle wezens die zich daarin bevinden. Ze bezitten eeuwenoude magie en symboliseren de ziel van de natuur en de levenskrachten van bomen, planten en alle wezens die in het bos leven.

Fee (meervoud: feeën)
Feeën zijn kleine wezens die op mensen lijken. Ze zijn zo klein als de handpalm van een mens en hebben sierlijke vleugels. Feeën bezitten magie en kunnen kleine wonderen verrichten zonder dat iemand weet dat zij erachter zitten.

Pixie (meervoud: pixies)
Pixies zijn kleine, mensachtige wezens met vlindervleugels. Ze hebben vaak felgekleurde huidskleuren zoals roze, paars en geel, maar nooit groen. Pixies dragen normaal haar in de kleur van hun huid. Ze worden soms gehouden door andere wezens om boodschappen over te brengen of om voor voedsel en kleine zaken te zorgen. Pixies gehoorzamen enkel hun eigenaar.

Sprite (meervoud: sprites)
Sprites zijn zeer kleine wezens met een groene huid en een plantachtig uiterlijk. Ze hebben geen haar, maar bladeren op hun hoofd. Sprites kunnen niet spreken; ze communiceren via geluiden die mensen niet kunnen horen. Sommige sprites gebruiken handgebaren. Ze worden vaak als huisdieren gehouden.

Awahul
De awahul is een volk dat lijkt op zeer grote uilen. Ze zien alles wat er in hun streek gebeurt en leggen dit zorgvuldig vast in hun boeken. Awahuls beschikken over enorme kennis en zijn welbespraakt. De oudste awahul van iedere windstreek is de bewaker van een van de vier verborgen bibliotheken van Rhodinya.

Indrik (meervoud: indriks)
Een indrik is zo groot als een paard, met gespleten hoeven zoals een hert. Zijn kop lijkt op die van een vos en hij draagt een hoorn zoals een neushoorn. Daarnaast heeft hij een imposant gewei en dubbele oren aan beide zijden. De nek en bovenzijde van zijn romp zijn bedekt met kleurrijke veren. Zijn staart eindigt in een schitterende verenpracht. Indriks zijn krachtig, snel en behendig, en hebben een uitstekend geheugen. Ayaans gebruiken indriks als rijdieren over land.

Hippocampus (meervoud: hippocampi)
De hippocampus is een grijskleurig zeemeerminpaard met kleurrijke schubben. Hij leeft in het water en kan met grote snelheid over het wateroppervlak bewegen, waardoor het lijkt alsof hij zweeft. Hij heeft sierlijke zijdezachte manen en een lange zeemeerminnenstaart met vinnen. Ayaans gebruiken de hippocampus als vervoermiddel over het water.

Ebucerator
Een dinosaurusachtig dier met het lichaam en de kleur van een olifant, maar anderhalf keer zo groot. Het lijf heeft de bouw van een giraf met eveneens een lange nek. De kop lijkt op die van een neushoorn met slagtanden van een walrus.

Capricaurum
Capricaurum zijn witte steenbokken met gouden hoorns. Capricaurum leven altijd in kuddes en worden nooit alleen aangetroffen. Ze zijn zeer snel en uiterst behendig in bergachtig gebied. Deze vriendelijke en zachtaardige dieren kunnen speels en ondeugend zijn. Capricaurum houden niet van de nacht en vermijden onbekend terrein.

Scolopendra
Reuzen duizendpoot die woonachtig is in grotten. 

Rotstrollen
Trollen die volledig van bergrotsen zijn gemaakt en het grootste deel van de dag slapen. Het zijn aardige wezens die niemand kwaad doen.